Hoe leren honden?
Honden reageren op prikkels en leren associatief: dit wil zeggen dat zij een link leggen tussen wat ze doen en de bekrachtiging die hier op volgt. Deze manier van leren wordt ook wel Klassieke conditionering genoemd. Het bekendste voorbeeld hiervan zijn de experimenten van Pavlov: hij voedde zijn honden en liet tegelijkertijd een bel horen. Na enkele keren is alleen het luiden van de bel al voldoende om de hond te laten kwijlen. De link is gelegd.
In dit geval was er sprake van een prikkel van buitenaf: extrensieke motivatie. De hond kan ook een prikkel van binnen krijgen die zijn gedrag veroorzaakt: als de hond dorst heeft, dan gaat hij drinken. Honden reageren dus op prikkels van binnenuit en buitenaf (al dan niet instinctief) en leggen verbanden tussen gedrag en beloning of het uitblijven van een beloning.
Voor het aanleren van bepaald gedrag is het dus belangrijk om dit gedrag te koppelen aan een vorm van beloning (aai, hoge vrolijke stem, een speeltje, iets lekkers) om je hond later te herrinneren aan deze associatie is het ook handig om hier een commando aan te koppelen. Zo zal de hond de situatie, het gedrag en de beloning herrineren en het gewenste gedrag uitvoeren.
Bij het afleren van bepaald gedrag is het belangrijk om dit gedrag totaal niet te bekrachtigen. Dit kan door het ongewenste gedrag te negeren en gewenst gedrag wel te belonen. Zo zal de hond het eerste gedrag steeds minder of niet meer laten zien en het gedrag dat wel beloont wordt steeds vaker.
De opvoeding van een Pup
Een van de belangrijkste dingen bij het opvoeden van een pup is het socialiseren. Omdat honden van nature niet bekend zijn met veel zaken uit ons mensenleven zijn ze voor veel zaken in het begin wat angstig. Een vrachtwagen die voorbij rijdt kan bijvoorbeeld heel veel indruk maken.
In de ontwikkeling van een hond zijn 2 socialisatiefasen te onderscheiden.
Eerste socialisatiefase:
In de leeftijd van 3 tot 12 weken ongeveer bevindt een hond zich in de eerste socialisatiefase. In deze fase zijn pups heel nieuwsgierig en onderzoekend. Daarom is het goed om je hond in deze fase al kennis te laten maken met veel verschillende dingen. Zo leert de hond vertrouwd te worden met de dingen uit ons mensenleven. En daar heb je later plezier van!
Tweede socialisatiefase:
Vanaf 12 weken tot 6 maanden bevindt een hond zich in de tweede socialisatiefase. In deze fase maakt de nieuwsgierigheid plaats voor angst. Soms wekken dingen die eerst normaal waren nu opeens angst op. Daarom is het belangrijk om je hond niet te bevestigen in zijn angst, dus geen aandacht besteden aan de angst van een hond en ook niet troosten! De hond moet leren dat er niks aan de hand is als er bijvoorbeeld een vrachtwagen voorbij rijdt. Het is de taak van de baas om te letten op gevaar en niet van de hond.
Door je hond goed te socialiseren kan deze zich goed ontwikkelen. Later heb je hier echt plezier van, je kunt je hond meenemen naar veel verschillende plaatsen en je hond luistert meestal ook beter in deze situaties omdat hij deze situaties niet meer als bijzonder beschouwd. Een puppycursus kan een goede bijdrage zijn aan deze socialisatie. Hier maakt je hond kennis met andere honden en mensen. Als hulpmiddel voor het socialiseren van je hond vind je hier een socialisatiekaart. Hiermee kun je de socialisatieactiviteiten plannen of controleren of je geen essentiele zaken vergeten bent. Natuurlijk is dit voor elke baas en elke hond verschillend, maar hierdoor heb je een idee waar de meeste mensen aan denken bij het socialiseren van hun pup.
Download hier de socialisatiekaart als PDF bestand: Socialisatiekaart (27kb)
Met de hond op cursus
Een goede manier om te werken aan de opvoeding van je hond is het volgen van een cursus met je hond. Er zijn in Nederland veel hondenscholen met ongeveer nog meer verschillende soorten cursussen. Meestal wordt er onderscheid gemaakt tussen puppytraining/cursus en gehoorzaamheidstrainingen voor oudere honden.
PuppyCursus
Zoals hierboven al beschreven is het volgen van een puppycursus met je hond een goede bijdrage aan de socialisatie van je hond. De pup kan spelen en stoeien met leeftijdsgenootjes die ook allemaal nog klein zijn en ook nog melktanden hebben. Verder krijg je als eigenaar natuurlijk tips en trucs om je hond op te voeden. Zo ontwikkel je een stukje zelfvertrouwen hierin en wordt je een goede en zelfverzekerde baas. Los daarvan zie je ook andere mensen met hun hond omgaan, hier kan je ook veel van leren. Bij gemengde puppycursussen kom je ook nog eens andere rassen tegen en leer je wat meer over andere honden die je dus ook op straat tegen kan komen. Het belang van een puppycursus kan daarom niet overdreven worden. Zelfs mensen die al veel honden hebben of hebben gehad of zelf trainingen of cursussen geven op dit gebied volgen meestal toch een puppycursus met hun eigen hond.
Het belang van gehoorzaamheidstraining
Volgens de meeste mensen is een gehoorzame hond er eentje die niet tegen anderen aanspringt, niet (overmatig) blaft, geen agressief of angstig gedrag vertoont en daarmee een hond die overal welkom is. Op zeer veel locaties in Nederland kun je deze gehoorzaamheidstrainingen met je hond volgen, waarbij men veelal verschillende methodes gebruikt. In de meeste cursussen komen zaken zoals volgen aan de lijn, los volgen, komen op bevel en het zitten en liggen op bevel aan bod. In bijna alle gevallen zijn de cursussen gesplitst in 3 niveau’s: 2 basiscursussen en een gevorderde cursus. De exacte inrichting van de cursussen is bij iedere hondenschool anders. Er zijn ook hondenscholen die 4 of meer cursussen aanbieden. Bij alle kynologenclubs daarentegen wordt een gestandaardiseerd cursusaanbod gevoerd, aangegeven door de Raad van Beheer (overkoepelende organisatie op kynologisch gebied). Zij hebben ook de eindtermen van de landelijke Gedrag & Gehoorzaamheid (GG) gedefinieerd. Bij G&G ligt het accent op een hoger niveau van gehoorzaamheid. Er zijn 4 niveaus G&G: beginners, G&G1, G&G 2 en G&G3.
De programma’s van de G&G cursussen bevatten meestal de volgende onderdelen.
– volgen aan de lijn
– los volgen
– komen op bevel met extra opdrachten
– afgaan (liggen) tijdens het volgen
– terugzenden
– appèloefeningen op afstand
– een hoogtesprong
– sorteren en apporteren